De sfeer binnen je commissie of raad is ontzettend belangrijk. Een hechte raad werkt beter samen en kan stressvolle tijden (waar andere raden aan onderdoor zouden gaan) beter doorstaan. Je zal ongetwijfeld zware en minder zware tijden doorgaan tijdens een medezeggenschapsperiode. Het is dan ook belangrijk om hier aandacht aan te besteden voordat je zo’n zware periode tegenkomt. Het is een stuk makkelijker om ervoor te zorgen dat je goed met elkaar overweg kan voordat je ruzie krijgt dan daarna. Het is daarom aan te raden om tijd en geld te reserveren voor gezellige activiteiten en het bewaren van een goede sfeer mee te nemen in je reguliere medezeggenschapswerk. Maak grapjes, zorg voor elkaar en vier elkaars successen! Het liefst werk je continu aan een goede en robuuste samenwerking. Het is daarnaast goed om rekening te houden met een aantal bekende struikelpunten: Verkiezingen, werkafspraken en (kritische) feedback.
De verkiezingen
Bij sommige onderwijsinstellingen kan het er tijdens de verkiezingen hard aan toe gaan. Wees proactief in het managen van hieraan gerelateerde conflicten. Zorg ervoor dat de verkiezingskandidaten in de gelegenheid gesteld worden om elkaar te leren kennen voordat de campagnes van start gaan. Een goede eerste (gezellige) indruk kan zorgen voor goede onderlinge verhoudingen. Maar als je elkaar voor het eerst ontmoet tijdens een hard verkiezingsdebat dan kan het lastig zijn om daarvan te herstellen.
Bij onderwijsinstellingen waar de verkiezingsstrijd harder is kan het verstandig zijn om deelnemende partijen onderling afspraken te laten maken over de verkiezingen. Wat mag wel, wat mag niet? Er zijn in de regel al reglementen vastgesteld vanuit de onderwijsinstelling. Maar door zelf afspraken te maken kan je eventuele gaten in dat beleid opvullen en creëer je meer draagvlak voor de regels. Bovendien zorgt het ervoor dat partijen en kandidaten hun relatie op goede voet beginnen.
Werkafspraken
Als leden van de medezeggenschap moeten jullie onderling veel samenwerken. Omdat niemand alles alleen kan doen ben je vaak afhankelijk van elkaar. Dat kan soms betekenen dat je als medezeggenschapper iets van een je collega’s nodig hebt, en misschien wel op ze moet wachten voordat je verder kunt met je werk. Dit kan frustrerend zijn, maar hoort er natuurlijk gewoon bij. Je gaat in je raadsjaar drukke en stressvolle periodes tegenkomen waar dit druk gaat zetten op de sfeer, en dan is het fijn als je al afspraken hebt gemaakt over de samenwerking. Maak daarom aan het begin van het jaar duidelijke werkafspraken. Door het jaar of door de jaren heen zul je die waarschijnlijk ook herzien. Jullie persoonlijke agenda’s kunnen immers per semester of blok wisselen. Ook (de hoeveelheid van) het raadswerk zelf verandert gedurende het collegejaar (als de financiën of OERen besproken worden bijvoorbeeld). Het gevolg is dat wat eerst haalbaar en redelijk was plotseling juist onhaalbaar, onredelijk of onvoldoende kan worden. Bovendien zul je gedurende je werk als medezeggenschapper ook meer leren over wat voor jullie goed werkt en de afspraken zodoende aanpassen.
Feedback
Het zal ongetwijfeld gebeuren dat een van je mede-medezeggenschappers ziet dat jij iets op een betere manier zou kunnen doen, of vice versa. Het is dan fijn als dat onderling gedeeld wordt. Niet alleen omdat je dan van elkaar kan leren hoe je op een fijne manier samen kan werken, maar ook omdat het bij kan dragen aan je persoonlijke groei. Feedback is dan ook een mooi cadeau om te geven en te krijgen.
Het geven van feedback is een waardevolle vaardigheid. Als je er weinig ervaring in hebt dan kan het waardevol zijn om de vier G’s methode aan te houden: Benoem het gedrag waar je feedback over geeft. Leg vervolgens uit wat volgens jou het gevolg van dat gedrag is, welk gevoel dat je geeft en tot slot wat in het vervolg gewenst is.
Als ontvanger van feedback is het ook belangrijk om goed met (negatieve) feedback om te gaan. Dat kan soms lastig zijn. Als je ergens hard aan hebt gewerkt dan zul je er misschien niet blij mee zijn als er kritiek op komt. Bovendien is niet iedereen even sensitief of even duidelijk in het geven van feedback, ook al hebben ze de beste bedoelingen. Juist daarom is het waardevol om er actief voor te zorgen dat je er zoveel mogelijk uithaalt. Wees bereid om door te vragen als je feedback krijgt. Daarmee laat je ook zien dat je feedback serieus neemt en de feedback goed genoeg wil begrijpen om ermee aan de slag te gaan. Het kan natuurlijk zijn dat je feedback krijgt waar je het niet mee eens bent. Probeer je dan open op te stellen, maar ga wel samen in gesprek om erachter te komen waar het verschil in inzicht vandaan komt. Zo leer je ook weer van elkaar!
Het is niet vanzelfsprekend dat feedback altijd even goed ontvangen wordt. Hoe iemand in hun vel zit, waar ze mee bezig zijn, negatieve ervaringen met slechte feedback of culturele achtergrond kunnen er allemaal voor zorgen dat feedback anders opgevat wordt dan de bedoeling is. Het kan daarom verstandig zijn om gezamenlijk te bespreken hoe jullie met feedback omgaan. Wat zijn jullie verwachtingen qua feedback? Bespreken jullie alleen feedback wanneer het direct relevant wordt of plannen jullie evaluatiesessies in? Het kan daarnaast ook verstandig zijn om even te checken of iemand op dat moment openstaat voor feedback voordat je het geeft. Al is het natuurlijk niet de bedoeling dat men eindeloos weg blijft lopen van feedback.
Feedback
Het kan erg waardevol zijn om regelmatig evaluaties of feedbacksessies in te plannen. Op die manier wordt feedback geven laagdrempeliger en feedback krijgen minder heftig. Dat kan helpen om frustraties op te vangen voordat ze een echt probleem worden. Hopelijk bouw je zo ook meteen aan een sterkere raad!
Tot slot nog een punt; Vergeet niet dat feedback ook positief kan zijn. Het is goed om het te benoemen als iemand iets goeds heeft gedaan of als er iets moois gelukt is. Het hoort bij de medezeggenschap dat er af toe dingen niet meezitten. Dat maakt het des te belangrijker om het te vieren als het wel lukt.